Nieuwsbrief najaar 2019

Volgende lezing Charles Vergeer – Paulus bij de filosofen

Datum: 23 november

Programma:

13.30: Inloop
13.45: Korte ALV
14.00: Start lezing
16.00: Borrel

Spreker: Charles Vergeer

Locatie: Utrecht, Drift 21, ruimte 1.09

Toegang:

Leden gratis, niet-leden € 5,-.
Gelieve van tevoren te betalen, dat kan op IBAN NL37 INGB 0002294471 t.n.v. Autarkeia te Utrecht.
Lidmaatschap van Autarkeia kost € 10,-, voor wie lid wil worden zullen inschrijfformulieren aanwezig zijn. 

Aanmelden:

Per email, door te mailen naar:  efderegt@gmail.com. Doe dit alstublieft tijdig.

Abstract: Paulus bij de filosofen

Paulus bleef aanwezig in de westerse wijsbegeerte door Augustinus, Thomas, Luther en Hegel. Vanaf Nietzsche nam hij zelfs een steeds grotere plaats in. Voor Nietzsche was Paulus de eigenlijke stichter van het christendom en golden dus de heftigste verwijten tegen dit geloof de leer en persoon van Paulus. Martin  Heidegger wijdde ten tijde van het schrijven van Sein und Zeit een serie colleges aan het denken van Paulus. Giorgio Agamben schreef een fascinerend boek over Paulus en de blijvende tijd,  de tijd die ons nog rest. De Nijmeegse hoogleraar filosofie Gert-Jan van der Heiden publiceerde recent een studie, Het uitschot en de geest, over Paulus onder de, vooral moderne Franse, filosofen. Derrida, Lacan, Deleuze en Jacob Taubes passeren de revue. Paulus kiest partij tegen de letter van de wet, de regels en protocollen, voor de vrijheid van de mens, de nieuwe mens tegenover de oude. Wat hij bedoelt is omstreden en vaak ook onduidelijk, Door goed te lezen poog ik nieuwe inzichten in de persoon en positie van Paulus te krijgen.

Korte ALV

Voor de lezing zullen we een korte ALV houden. In deze ALV willen we allereerst ons nieuwe bestuurslid, Niels Hagen, inhameren. Niels werd vorige ALV voorgesteld aan de vereniging en zal de functie van Commissaris Ledenwerving krijgen. Hieronder zal Niels zich kort voorstellen.

Vervolgens is er uiteraard tijd om te bespreken hoe het met de vereniging gaat, alle input vanuit onze leden wordt gewaardeerd!

Nieuw (kandidaats)bestuurslid: Niels Hagen

Mijn naam is Niels. Ik ben werkzaam als accountmanager bij Bertus Distributie. Bertus Distributie is de grootste distributeur van fysieke muziekdragers in Europa. In mijn functie als accountmanager combineer ik mijn passie voor muziek met mijn analytische denkvermogen om vinyl en cd’s zo goed mogelijk zichtbaar te maken in Nederlandse winkelstraten en op het web.

In 2014 ben ik afgestudeerd aan de UU. Daarna heb ik mij weinig met filosofie bezig gehouden en dat vind ik jammer. Na met Chris in contact gekomen te zijn kwam ik erachter dat de alumni vereniging regelmatig lezingen organiseert voor oud studenten. Na een aantal lezingen te hebben bijgewoond heeft Chris gevraagd of ik interesse had om als bestuurslid aan te treden. Mijn antwoord daarop was ja. Bij Autarkeia zal ik mij bezig houden met de ledenwerving. Daarnaast wil ik een bijdrage leveren aan de zichtbaarheid van de alumnivereniging en interessante activiteiten opzetten. Ik hoop tot snel bij één van die activiteiten.

Afsluitend

Als bestuur kijken we er naar uit jullie te zien bij de lezing van Charles Vergeer op 23 november!

Namens het Autarkeia bestuur,

Chris Stapper

Nieuwsbrief voorjaar 2019

Lezing door Floris van den Berg

<locatie etc. verwijderd, lezing is inmiddels geweest>

Titel lezing: Filosofie voor een betere wereld

Gaat filosofie alleen over vragen of zijn er ook antwoorden? Dat is een vraag die mij al sinds mijn studie filosofie bezighoudt. Geïnspireerd door de praktische filosofie van Peter Singer streef ik er in mijn werk naar om filosofie toe te passen op onderwerpen uiteenlopend van humanisme, atheïsme, veganisme, liberalisme, secularisme, scepticisme en feminisme. Het gaat me om het vinden van concrete oplossingen en antwoorden op zoek naar waarheid en een betere wereld. In mijn voordracht zal ik vertellen over mijn pad in de filosofie en waarom ik denk dat milieufilosofie hoogste prioriteit heeft.

Bio: Floris van den Berg (1973) studeerde Japanse taal & cultuur en filosofie, in Leiden en Utrecht. Hij promoveerde in de politieke filosofie bij prof. Paul Cliteur in Leiden. Thans is hij werkzaam als Universitair Docent milieufilosofie aan de UU. Hij publiceerde tal van populair filosofische werken waaronder ‘De vrolijke veganist’, ‘De vrolijke feminist’, ‘De olijke atheïst’, ‘Beter weten. Filosofie van het ecohumanisme’ en recentelijk ‘Groen liberalisme’.  

Brief aan de leden van de voorzitter

Geachte leden,

Als voorzitter ben ik erg trots op wat we het afgelopen jaar hebben kunnen bereiken. De lezing van Jan Vorstenbosch was een van de best bezochte lezingen tot nu toe. Ook mochten we een aantal nieuwe leden verwelkomen op deze lezing.

In 2018 introduceerden we een nieuw inschrijfformulier, waarin ook een machtiging voor een automatische incasso wordt genoemd. Het voordeel van zo’n incasso zal zijn dat we niet meer ieder jaar aan jullie hoeven vragen om de contributie over te maken. In plaats daarvan zullen we een herinnering sturen voordat de contributie wordt geïnd. Voorlopig zal de stap naar de incasso nog niet gemaakt worden, aangezien hier kosten mee gemoeid zijn en voor het aantal leden dat we nu hebben is het niet aantrekkelijk om de overstap te maken. We zullen jullie op de hoogte houden van de ontwikkelingen aangaande de incasso, maar voor wie het nieuwe inschrijfformulier nog niet heeft ingevuld en wel automatische incasso wil toestaan, het formulier is te downloaden op de Autarkeia website.

Voor 2019 hebben we zes activiteiten op de planning staan:

  • 2 lezingen zoals jullie deze gewend zijn, met een bekende spreker en opgevolgd door een borrel
  • 2 doordeweekse lezingen van recente alumni, die iets zullen vertellen over hun scriptie
  • 2 borrels gezamenlijk met de FUF

De lezing van 11 mei zal worden voorafgegaan door een ALV. Op deze ALV zijn we weer erg benieuwd naar jullie input, onder andere met betrekking tot de activiteiten en jullie behoefte daaraan. We hopen jullie allemaal op de ALV en lezing te mogen begroeten!

Hartelijke groet,

Chris

Input verzocht

Geachte leden,

Het bestuur is voornemens om komend jaar een bijeenkomst te organiseren met als thema ‘Filosofie en de arbeidsmarkt.’ Het uitgangspunt daarbij is dat de vereniging van de leden is en daarom nodigen wij jou uit om mee te denken en mee te doen.

Wij willen graag vraag en aanbod bij elkaar brengen. Dus, ben je net afgestudeerd en nog zoekende op de arbeidsmarkt? Laat ons dan weten waar meer ervaren alumni je bij kunnen helpen. Heb je al een hoop ervaring opgedaan in het werkende leven en wil je die graag delen? Laat ons dan weten wat je te bieden hebt.

Je kunt met al je ideeën en vragen terecht bij de commissaris arbeidsmarkt Robin de Bruijn: rdebruijnma@gmail.com.

Afsluitend

We hopen jullie te mogen begroeten op de lezing van Floris van den Berg op 11 mei!

Nieuwsbrief najaar 2018

Beste lezer,

De nieuwsbrieven van Autarkeia treft u voortaan op ons blog, zo leest u al ons nieuws in 1 eenvoudig overzicht!

Hieronder treft u de nieuwsbrief van september 2018:

Lezing door Jan Vorstenbosch: Ethiek en politiek in de moderne tijd (moderni-teit), met speciale aandacht voor de bioethiek


Datum: 27 oktober 2018

Programma:

Inloop: 13.00 uur
Start lezing 13.15 uur
Borrelen 15.30 uur

Spreker:  Jan Vorstenbosch

Locatie: Utrecht, Drift 21, zaal 032  (ingang via Drift 27, bibliotheek, door de tuin)

Toegang:

Leden gratis, niet-leden € 5,-.
Gelieve van tevoren te betalen, dat kan op IBAN NL37 INGB 0002294471 t.n.v. Autarkeia te Utrecht.
Lidmaatschap van Autarkeia kost € 10,-, voor wie lid wil worden zullen inschrijfformulieren aanwezig zijn.

Aanmelden:

Per email, door te mailen naar:  efderegt@gmail.com. Doe dit alstublieft tijdig.

Leuk om te weten:

Voor deze lezing hebben we een uitnodiging verstuurd aan alle alumni die bij het Ufonds bekend zijn. Mogelijk komt er dus een aantal nieuwe leden!

 

Ethiek en politiek in de moderne tijd (moderni-teit), met speciale aandacht voor de bioethiek, door Jan Vorstenbosch

Abstract

Voor Plato en Aristoteles, ieder op hun eigen manier, zijn ethiek en politiek (en metafysica) onverbrekelijk met elkaar verbonden. Het goede leven voor het individu (lees de mannelijke burger van Athene) wordt gekenmerkt door het vrijgemaakt zijn van de dagelijkse beslommeringen in de publieke sfeer, en is alleen mogelijk in een politiek goed georganiseerde staat. Voor Aristoteles vormen daarnaast vriendschap en contemplatie specifiek individuele momenten van het goede leven (de ethiek). De moderne ‘functioneel-gedifferentieerde’ én ethische pluralistische westerse samenlevingen worstelen met het probleem van de verhouding ethiek en politiek. Een al te eenvoudige schematiek en semantiek beschouwt de ethiek, de inrichting van het goede leven, als een zaak van het individu en de politiek als een zaak van de democratisch georganiseerde staat. De democratisch georganiseerde staat laat de burgers kiezen tussen verschillende opties hoe de samenleving in algemene zin via recht en beleid moet worden geordend en gestuurd binnen de kaders van een grondwet die bepaalde rechten en vrijheden garandeert. Dit schema loopt alleen al stuk op het feit dat er naast een persoonlijke moraal ook een publieke moraal is, met vooral rechten, maar dus ook plichten ten opzichte van elkaar en de politieke gemeenschap, en hoever die reiken staat voortdurend ter discussie. In mijn verhaal zal ik op basis van mijn eigen praktische ervaringen als ethicus met de wisselwerking tussen ethiek en politiek, de complexiteit van de relatie tussen ethiek en politiek, tussen individu en staat, aan de orde stellen, aan de hand van voorbeelden uit de bioethiek waaronder de heikele kwestie van een Voltooid Leven-regeling waarover ik recentelijk een Annotatie schreef.“

Vacature: Beleidsmedewerker bij justitie en veiligheid

We delen graag vacatures die Filosofie als mogelijke vooropleiding noemen en toevallig kwam er deze week een voorbij. Heb je interesse? Klik hier voor de vacature!

Afsluitend

Wij, als bestuur kijken er naar uit je te zien op 27 oktober!

Laat je even weten of je erbij bent?

Korte impressie van de Autarkeia-lezing door de heer prof. dr. P. Ziche “Atmosferische realiteit”

Korte impressie (John Reijnders) van de Autarkeialezing door de heer prof. dr. P. Ziche

Op 14 oktober 2017 werd – na een aantal ALV-gerelateerde alsmede huishoudelijke Autarkeia zaken – in de Sweelinckzaal aan de Drift 21, te Utrecht, ten overstaan van een relatief groot auditorium door prof. Dr. Paul Ziche (https://www.uu.nl/medewerkers/PGZiche ; leeropdracht: Geschiedenis van de nieuwere wijsbegeerte met als bijzonder aandachtsgebied de ‘History and Philosophy of the Sciences and the Humanities’), een voordracht gehouden over ontwikkelingen in de wetenschap aan het begin van de 19de eeuw. Hij koos daarbij als titel van deze voordracht ‘Atmosferische realiteit’, met als ondertitel ‘‘Harde’ realiteit en zachte wolken in het idealisme-realisme debat’.

Als exemplarisch vertrekpunt daarvoor werd verwezen naar een kleine selectie kenmerkende schilderijen van de beroemde Duitse schilder Casper David Friedrich (1774-1840), waaronder  Erinnerungen an das Riesengebirge (1835) en Der Wanderer über dem Nebelmeer (1818).

              

       

Ziche legt uit, dat dit type schilderijen kunnen gelden als paradigmatisch voor hetgeen reëel is. Reëel is, dat de realiteit gekenmerkt wordt onbegrijpelijkheid. Realiteit is iets vluchtigs, is als een vluchtige geur, een schim. Hij refereert in dit verband aan de arts, schilder en wetenschapsfilosoof Carl Gustav Carus (1798-1869), die zich in diens Neun Briefe über Landschaftsmalerei. 1819–1824, een exponent toont van (het  levengevoel van) de Romantiek. In Gedanken über große Kunst, 18 schrijft Carus: „aber die Landschaft entzückt uns doch allemal dann am meisten, wenn Morgen- oder Abendduft, eben jenes, was wir Ton nennen, über das Ganze verbreitet und somit der Aufschrei jedes einzelnen Farbigen verstummt ist.“.

Voorts ook aan Friedrich Schlegel (1772-1829), diens Gespräch über die Poesie, 1799:  „ein klarer Duft schwebt unsichtbar sichtbar über dem Ganzen, überall findet die ewige Sehnsucht einen Anklang aus 101 den Tiefen des einfachen Werks, welches in stiller Größe den Geist der ursprünglichen Liebe athmet.“

Centraal argument in de aan het begin van de 19de eeuw vigerende tegenstelling tussen realisme en idealisme is de vraag omtrent de ‘echte’ werkelijkheid en of deze wel te begrijpen is. Ofwel is deze gelegen in een z-e-l-f, met als tegenwerping dat sprake kan zijn van zelfoverschatting, van solipsisme, van atheïsme. In dit verband kan verwezen worden naar figuren als F.H. Jacobi (1743-1819), J.G. von Herder (1744-1803) en Jean Paul (1763-1825). Ofwel gelegen in een ’echte’ werkelijkheid, buiten het eigen zelf.  Als een ‘echte’ of ultieme realiteit buiten het eigen zelf wordt beschouwd God, de (christelijke) openbaring, maar ook kunst. Veel voorkomende (beeld)termen zijn ‘spinnenweb’, spoken en gekken, nevel, verduistering.

Ziche laat vervolgens zien hoe het een en ander filosofisch wordt uitgewerkt en doet dat aan de hand van de ‘Medientheorie des Erklärens’ van Friedrich Wilhelm Joseph Schelling (1775-1854). Zie Sämmtliche Werke, Erste Abteilung. Vierter Band. Stuttgart u, Augsburg, 1859. §. IV, Von der philosophischen Construktion oder von der Art, alle Dinge im Absoluten darzustellen. Het gaat daar onder meer om een nieuw ‘proces’ of ‘constructie’ begrip, waar natuurfilosofische (evidentie), kentheoretische (hoe kunnen zelfstandige dingen en de geest bij elkaar komen?) en taalfilosofische (“A is B” lezen als ‘er is iets dat zowel A is als B) kwesties bijeen komen. ‘Constructie’ wordt dan onder invloed van I. Kant en wiskundige overwegingen verschoven naar dat, ‘waarin een constructie plaatsvindt’. Voor het realiteitsbegrip betekent dit dat de plaats van een individueel object of gebeurtenis afhankelijk is van een (alomvattende) context, welke op zijn beurt zelf geen object is, maar manifest is in/achter/tussen individuele objecten.

[John R., zie ook: P. Ziche, Das System als Medium. Mediales Aufweisen und deduktives Ableiten bei Schelling, in: C.Danz / J. Stoltenberg, System und Systemkritik um 1800. Meiner, 2011, S. 152:

Ook op een ander terrein, namelijk in Schellings natuurfilosofie, komen we een dergelijke uitwerking tegen. Natuurkrachten zitten niet in de vaste materie, maar in de tussenruimtes waarin de massa’s van de hemellichamen zijn verdeeld. In Ideen zu einer Philosophie der Natur, Drittes Kapittel, Von der Luft und den Luftarten, S. 48: „Unsern Erdball umgibt ein durchsichtiges, elastisches Fluidum, das wir Luft nennen, ohne dessen Gegenwart kein Prozeß der Natur gelänge, ohne welches animalisches sowohl als vegetabilisches Leben unausbleiblich erlöschen würde – wie es scheint das allgemeine Vehikel aller belebenden Kräfte, eine unerschöpfliche Quelle, aus der die belebte sowohl als die unbelebte Natur alles an sich zieht, was zu ihrem Gedeihen notwendig ist.“

Een tweede voorbeeld van die filosofische uitwerking is te vinden bij Friedrich Schleiermacher (1768-1834). Schleiermacher spreekt in zijn hermeneutiek – ‘Die Hermeneutik als Kunst des Verstehens …’  – (Allgemeine Hermeneutik, 1809/10; Hermeneutik und Kritik, Berlin, 1838) over nieuwe typen van objecten alsmede over het thema en de stijl van een tekst. Daarnaast zoekt hij de caesuur tussen mens en natuur op te heffen.

Voorts lijkt een soortgelijke intentie tot verbinding van subject en natuur ook present bij de al vermelde Carl Gustav Carus, die spreekt over een ‘Erdbebenbildkunst’, over ‘ferner Duft’, over ‘aus grauen Nebelschleiern gewobe.’ De analogie met Goethe (1749-1832; Die Schriften zur Naturwissenschaft, Weimar, 1947 ff), die spreekt  over ‘düsterer Klarheit’, ‘duftiger Durchsichtigkeit’ en met J. en W. Grimm (Grimms’ Wörterbuch ;http://woerterbuchnetz.de/cgi-bin/WBNetz/wbgui_py?sigle=DWB&mode=Vernetzung&lemid=GW10107#XGW10107 : weben, verb. auf dem webstuhl verfertigen; sich hin und her bewegen, sich zeigen und wirksam sein; wehen.), die het hebben over de term  ‘weben‘, is hier evident. Schelling spreekt over ‘Luftperpektive‘. De ontdekkingsreiziger Humboldt (1769-1859; Essai sur la géographie des plantes accompagné d’un tableau physique des régions équinoxiales, 1807) op zijn beurt ervaart de classificatie van een fenomeen als wolken als problematisch.

  

De meteorologie van destijds mag gelden als exemplarisch voor niet-exacte wetenschappen. Friedrich William Herschel (1738-1822; On the Construction of the Heavens, 1785) spreekt over nevels (‘nebulae’) in het heelal. Tegenover precieze instrumenten is er sprake van een sferische terminologie: ‘Luftkreis’ , ‘Dunstkreis’, ‘Wirkungssphäre’.

Naast dergelijke specifieke termen is er ook een kritische Schellingse stellingname inzake hetgeen wordt opgevat als feit, ‘Fakt’. Het grote feit van de wereld onttrekt zich aan een logische reconstructie. Feiten zijn niet het beginpunt maar het einde van een proces van onderzoek: in een niet-deductieve methodologie  gaat het om ‘ausmitteln’ (= exploreren, in het centrum plaatsen; noch vertrekpunt, noch einde van onderzoeksproces), ‘zulaufen auf Erfahrung’, ‘Zuversicht’, ‘Ahnden’.

Hermann Schmitz, ontwikkelaar van een  Neue Phänomenologie, Bonn, Bouvier, 1980, stelt de term ´atmosfeer´ tegenover hetgeen men ´mainly thought in terms of massive bodies, and the most important parts of the normal experience of life were forgotten, namely:

  • atmospheres, among them weather and silence (as experienced, not as constructed), but mainly the emotions that have to be regarded as spatially extended powers able to affect the felt body.´

Diezelfde term ´atmosfeer´ treffen we ook aan in een geheel ander context.  Gernot Böhme spreekt in zijn boek The Aesthetics of Atmosphere, Routledge, New York, 2017, Introduction, over ´what affects human beings in their environment are not only just natural factors but also aesthetic ones´ en ´.. what mediates objective factors of the environment with aesthetic feelings of a human being is what we call atmosphere´.

De hierboven al aangehaalde ambitie tot een andere relationele duiding tussen mens en natuur keert terug in het actuele (ecologische) discours over ´landscape expressivity

De voorzitter dankte Paul Ziche  voor diens boeiende voordracht over dit onderwerp en de aanwezige leden, voor hun bijdrage aan het debat.

Een boeiend betoog , dat werd voortgezet in een bekend café in de stad.

Nieuwsbrief februari 2018

Lezing: Antibiotica resistentie achter de Veil of Ignorance


Datum: zaterdag 17 maart 2018

Programma:

Inloop: 13.00 uur

Start lezing 13.15 uur

Borrelen 15.30 uur (Café Hofman, Janskerkhof 17A)

Spreker:  Marcel Verweij

Locatie: Drift 21 (?), Utrecht – de precieze locatie en ruimte op de Drift volgen nog in een seperate mail, maar de locatie is hoe dan ook de  binnenstad van Utrecht.

Toegang:

Leden gratis, niet-leden € 5,-.
Gelieve van tevoren te betalen, dat kan op IBAN NL37 INGB 0002294471 t.n.v. Autarkeia te Utrecht.
Lidmaatschap van Autarkeia kost € 10,-, voor wie lid wil worden zullen inschrijfformulieren aanwezig zijn. 

Aanmelden:

Per email, door te mailen naar:  efderegt@gmail.com. Doe dit alstublieft tijdig.

LEZING Marcel Verweij

Marcel Verweij is hoogleraar filosofie aan Wageningen University. Hij werkt vooral op het gebied van de ethiek van public health. Samen met Roland Pierik schrijft hij een boek over de regulering van vaccinatie. Hij heeft ook adviserende functies – bijvoorbeeld binnen Zorginstituut Nederland, als lid van de commissie die adviseert over de opname van nieuwe (veelal zeer dure) behandelingen in het basispakket van de zorgverzekering.

Op 17 maart komt Prof. dr. Marcel Verweij een lezing houden over antibiotica-resistentie. Hoe vaker we antibiotica (in de geneeskunde of in de veehouderij) gebruiken, hoe eerder bacteriën resistent worden tegen deze middelen. Dit maakt dat we ziektes minder goed kunnen bestrijden. Voor kwetsbare patiënten die door zo’n resistente bacterie ziek worden, kan een relatief simpele infectie heel gevaarlijk zijn.

Dat brengt allerlei ethische vraagstukken met zich mee. Nederland kent een heel strikt ‘search & destroy’  beleid in ziekenhuizen, ter voorkoming dat een resistente bacterie in zorginstellingen ‘binnenkomt’ en zich verspreidt. Dat gaat soms ten koste van patienten of zorgverleners die zo’n bacterie met zich meedragen. Moeten we infectierisico’s in het ziekenhuis koste wat kost uit sluiten? Welke risico’s zijn acceptabel?

Marcel Verweij geeft een inleiding in de problematiek, en laat ons vervolgens meedenken in lijn met John Rawls’s  gedachtenspel van redeneren achter een ‘sluier van onwetendheid’.

Dit wordt een interessante middag voor (toegepast) filosofen!

Nieuw: Autarkeia blog

Op de ALV van oktober werden Robin de Bruijn en Giordano Ierna aangesteld als respectievelijk Commissaris Arbeidsmarkt en Commissaris Inhoud. Ook werd besloten te onderzoeken of het mogelijk was een blog op de Autarkeia website te openen, waar blogs, verslaven van lezingen, boekbesprekingen en meer kon worden gedeeld. Het blog staat inmiddels live en hier hier te vinden:

Bezoek het Autarkeia weblog

Inmiddels staan de eerste bijdragen op het weblog. Het staat alle leden vrij om artikelen aan te dragen of om bekenden te vragen iets te schrijven. Wil je iets op het blog plaatsen? Stuur dan een berichtje naar Chris op chrisdjstapper@gmail.com

Vorige bijeenkomst, lezing door Paul Ziche “Atmosferische Realiteit” 

Korte impressie (door John Reijnders) van de Autarkeia-lezing door de heer  prof. dr. P. Ziche

Op 14 oktober 2017 werd – na een aantal ALV-gerelateerde alsmede huishoudelijke Autarkeia zaken – in de Sweelinckzaal aan de Drift 21, te Utrecht, ten overstaan van een relatief groot auditorium door prof. Dr. Paul Ziche (https://www.uu.nl/medewerkers/PGZiche ; leeropdracht: Geschiedenis van de nieuwere wijsbegeerte met als bijzonder aandachtsgebied de ‘History and Philosophy of the Sciences and the Humanities’), een voordracht gehouden over ontwikkelingen in de wetenschap aan het begin van de 19de eeuw. Hij koos daarbij als titel van deze voordracht ‘Atmosferische realiteit’, met als ondertitel ‘‘Harde’ realiteit en zachte wolken in het idealisme-realisme debat’.

Als exemplarisch vertrekpunt daarvoor werd verwezen naar een kleine selectie kenmerkende schilderijen van de beroemde Duitse schilder Casper David Friedrich (1774-1840), waaronder  Erinnerungen an das Riesengebirge (1835) en Der Wanderer über dem Nebelmeer (1818).

Ziche legt uit, dat dit type schilderijen kunnen gelden als paradigmatisch voor hetgeen reëel is. Reëel is, dat de realiteit gekenmerkt wordt onbegrijpelijkheid. Realiteit is iets vluchtigs, is als een vluchtige geur, een schim. Hij refereert in dit verband aan de arts, schilder en wetenschapsfilosoof Carl Gustav Carus (1798-1869), die zich in diens Neun Briefe über Landschaftsmalerei. 1819–1824, een exponent toont van (het  levengevoel van) de Romantiek. In Gedanken über große Kunst, 18 schrijft Carus: „aber die Landschaft entzückt uns doch allemal dann am meisten, wenn Morgen- oder Abendduft, eben jenes, was wir Ton nennen, über das Ganze verbreitet und somit der Aufschrei jedes einzelnen Farbigen verstummt ist.“.

Voorts ook aan Friedrich Schlegel (1772-1829), diens Gespräch über die Poesie, 1799: „ein klarer Duft schwebt unsichtbar sichtbar über dem Ganzen, überall findet die ewige Sehnsucht einen Anklang aus 101 den Tiefen des einfachen Werks, welches in stiller Größe den Geist der ursprünglichen Liebe athmet.“

Centraal argument in de aan het begin van de 19de eeuw vigerende tegenstelling tussen realisme en idealisme is de vraag omtrent de ‘echte’ werkelijkheid en of deze wel te begrijpen is. Ofwel is deze gelegen in een z-e-l-f, met als tegenwerping dat sprake kan zijn van zelfoverschatting, van solipsisme, van atheïsme. In dit verband kan verwezen worden naar figuren als F.H. Jacobi (1743-1819), J.G. von Herder (1744-1803) en Jean Paul (1763-1825). Ofwel gelegen in een ’echte’ werkelijkheid, buiten het eigen zelf.  Als een ‘echte’ of ultieme realiteit buiten het eigen zelf wordt beschouwd God, de (christelijke) openbaring, maar ook kunst. Veel voorkomende (beeld)termen zijn ‘spinnenweb’, spoken en gekken, nevel, verduistering.

Ziche laat vervolgens zien hoe het een en ander filosofisch wordt uitgewerkt en doet dat aan de hand van de ‘Medientheorie des Erklärens’ van Friedrich Wilhelm Joseph Schelling (1775-1854). Zie Sämmtliche Werke, Erste Abteilung. Vierter Band. Stuttgart u, Augsburg, 1859. §. IV, Von der philosophischen Construktion oder von der Art, alle Dinge im Absoluten darzustellen. Het gaat daar onder meer om een nieuw ‘proces’ of ‘constructie’ begrip, waar natuurfilosofische (evidentie), kentheoretische (hoe kunnen zelfstandige dingen en de geest bij elkaar komen?) en taalfilosofische (“A is B” lezen als ‘er is iets dat zowel A is als B) kwesties bijeen komen. ‘Constructie’ wordt dan onder invloed van I. Kant en wiskundige overwegingen verschoven naar dat, ‘waarin een constructie plaatsvindt’. Voor het realiteitsbegrip betekent dit dat de plaats van een individueel object of gebeurtenis afhankelijk is van een (alomvattende) context, welke op zijn beurt zelf geen object is, maar manifest is in/achter/tussen individuele objecten.

[John R., zie ook: P. Ziche, Das System als Medium. Mediales Aufweisen und deduktives Ableiten bei Schelling, in: C.Danz / J. Stoltenberg, System und Systemkritik um 1800. Meiner, 2011, S. 152:

Ook op een ander terrein, namelijk in Schellings natuurfilosofie, komen we een dergelijke uitwerking tegen. Natuurkrachten zitten niet in de vaste materie, maar in de tussenruimtes waarin de massa’s van de hemellichamen zijn verdeeld. In Ideen zu einer Philosophie der Natur, Drittes Kapittel, Von der Luft und den Luftarten, S. 48: „Unsern Erdball umgibt ein durchsichtiges, elastisches Fluidum, das wir Luft nennen, ohne dessen Gegenwart kein Prozeß der Natur gelänge, ohne welches animalisches sowohl als vegetabilisches Leben unausbleiblich erlöschen würde – wie es scheint das allgemeine Vehikel aller belebenden Kräfte, eine unerschöpfliche Quelle, aus der die belebte sowohl als die unbelebte Natur alles an sich zieht, was zu ihrem Gedeihen notwendig ist.“

Een tweede voorbeeld van die filosofische uitwerking is te vinden bij Friedrich Schleiermacher (1768-1834). Schleiermacher spreekt in zijn hermeneutiek – ‘Die Hermeneutik als Kunst des Verstehens …’  – (Allgemeine Hermeneutik, 1809/10; Hermeneutik und Kritik, Berlin, 1838) over nieuwe typen van objecten alsmede over het thema en de stijl van een tekst. Daarnaast zoekt hij de caesuur tussen mens en natuur op te heffen.

Voorts lijkt een soortgelijke intentie tot verbinding van subject en natuur ook present bij de al vermelde Carl Gustav Carus, die spreekt over een ‘Erdbebenbildkunst’, over ‘ferner Duft’, over ‘aus grauen Nebelschleiern gewobe.’ De analogie met Goethe (1749-1832; Die Schriften zur Naturwissenschaft, Weimar, 1947 ff), die spreekt  over ‘düsterer Klarheit’, ‘duftiger Durchsichtigkeit’ en met J. en W. Grimm (Grimms’ Wörterbuch ; Weben, verb. auf dem webstuhl verfertigen; sich hin und her bewegen, sich zeigen und wirksam sein; wehen.), die het hebben over de term  ‘weben‘, is hier evident.

Schelling spreekt over ‘Luftperpektive‘. 

De ontdekkingsreiziger Humboldt (1769-1859; Essai sur la géographie des plantes accompagné d’un tableau physique des régions équinoxiales,1807) op zijn beurt ervaart de classificatie van een fenomeen als wolken als problematisch.

 De meteorologie van destijds mag gelden als exemplarisch voor niet-exacte wetenschappen. Friedrich William Herschel (1738-1822; On the Construction of the Heavens, 1785) spreekt over nevels (‘nebulae’) in het heelal. Tegenover precieze instrumenten is er sprake van een sferische terminologie: ‘Luftkreis’ , ‘Dunstkreis’, ‘Wirkungssphäre’.

Naast dergelijke specifieke termen is er ook een kritische Schellingse stellingname inzake hetgeen wordt opgevat als feit, ‘Fakt’. Het grote feit van de wereld onttrekt zich aan een logische reconstructie. Feiten zijn niet het beginpunt maar het einde van een proces van onderzoek: in een niet-deductieve methodologie  gaat het om ‘ausmitteln’ (= exploreren, in het centrum plaatsen; noch vertrekpunt, noch einde van onderzoeksproces), ‘zulaufen auf Erfahrung’, ‘Zuversicht’, ‘Ahnden’.

Hermann Schmitz, ontwikkelaar van een  Neue Phänomenologie, Bonn, Bouvier, 1980, stelt de term ´atmosfeer´ tegenover hetgeen men ´mainly thought in terms of massive bodies, and the most important parts of the normal experience of life were forgotten, namely:

  • atmospheres, among them weather and silence (as experienced, not as constructed), but mainly the emotions that have to be regarded as spatially extended powers able to affect the felt body.´

Diezelfde term ´atmosfeer´ treffen we ook aan in een geheel ander context.  Gernot Böhme spreekt in zijn boek The Aesthetics of Atmosphere, Routledge, New York, 2017, Introduction, over ´what affects human beings in their environment are not only just natural factors but also aesthetic ones´ en ´.. what mediates objective factors of the environment with aesthetic feelings of a human being is what we call atmosphere´.

De hierboven al aangehaalde ambitie tot een andere relationele duiding tussen mens en natuur keert terug in het actuele

(ecologische) discours over ´landscape expressivity´.

De voorzitter dankte Paul Ziche  voor diens boeiende voordracht over dit onderwerp en de aanwezige leden, voor hun bijdrage aan het debat.

Een boeiend betoog , dat werd voortgezet in een bekend café in de stad.

Input verzocht

Geachte leden,

Het bestuur is voornemens om komend jaar een bijeenkomst te organiseren met als thema ‘Filosofie en de arbeidsmarkt.’ Het uitgangspunt daarbij is dat de vereniging van de leden is en daarom nodigen wij jou uit om mee te denken en mee te doen.

Wij willen graag vraag en aanbod bij elkaar brengen. Dus, ben je net afgestudeerd en nog zoekende op de arbeidsmarkt? Laat ons dan weten waar meer ervaren alumni je bij kunnen helpen. Heb je al een hoop ervaring opgedaan in het werkende leven en wil je die graag delen? Laat ons dan weten wat je te bieden hebt.

Je kunt met al je ideeën en vragen terecht bij de commisaris arbeidsmarkt Robin de Bruijn: rdebruijnma@gmail.com.

Afsluitend

Wij, als bestuur kijken er naar uit je te zien op 17 maart!

Laat je even weten of je erbij bent?